Intermittent Fasting, Aanrader?
Spices & Vasten
Ik viel af, voelde me ’s ochtends fris als een framboos en kon met gemak de hele dag teren op één warme maaltijd.
Uniek, want als receptontwikkelaar en algeheel eet-enthousiast heb ik in mijn leven weinig (zeg maar geen) diëten met succes afgerond. En ik heb er net zoveel geprobeerd als dat er spice soorten groeien rond de evenaar. Sapvasten op prille zomerdagen (anticiperend op bikini’s en blote benen), het koolsoepdieet wat uitmondde in een wc-knetterfestijn, the whole30 na kerst –best te doen– en op een blauwe maandag ook nog even gesnuffeld aan paleo. Punt is, hou je van lekker eten, dan hou je hoogstwaarschijnlijk niet van de weegschaal (wie wel) en wring je jezelf continu in debiele bochten om én die pastel de nata te ‘kunnen’ eten én die strakke jeans te dragen.
Ben inmiddels van mijn dieetgeloof gevallen. Als iets te mooi is om waar te zijn, dan is dat ook zo. Tot vriendin S aankwam met iets ‘nieuws’: intermittent fasting (IF). Laaiend enthousiast begon ik, maar het weerhield me er niet van om na een aantal maanden net zo laaiend weer te stoppen.
Dit is mijn totaal niet wetenschappelijke ervaring met IF.
IF is een vorm van vasten waarbij je je volledig onthoudt van eten. “It’s why our morning meal is called breakfast, literally breaking the fast after sleeping.” IF rekt die periode strategisch uit. Een van de populairste methodes is 16:8, met 16 calorievrije uren gevolgd door 8 uur normaal eten.
Zelf at ik mijn eerste maaltijd om 11:00 ’s ochtends en de laatste voor 19:00 uur ’s avonds. Ontbijt is met afstand het beste maal van de dag, dus overslaan was geen optie. Wanneer het zonlicht om me heen danste, sloeg ik de dekens van me af, rolde mezelf op mijn mat om 25 luttele min. in een neerwaartse hond te ademen. Na savasana kon ik alles van me af laten glijden onder de douche om daarna nog heel lang te wachten op mijn ontbijt. Het was alsof ik in de wachtkamer stond van mijn leven. De tijd die ik in mijn schoot geworpen kreeg voelde eerder als overstaptijd tijdens een vlucht: te kort om het vliegveld te verlaten, en te lang om voor je uit te staren.
Koffie mag wel tijdens het vasten gedronken worden. Alleen wat is koffie zonder een dikke snee warm brood ernaast, druipend van de gesmolten amandelpasta, kaneel en honing? Eet ik niks naast een bak jittery juice, dan stuiter en tril ik van kruin tot bil. En dus, om stipt 10 voor 11 sprong mijn toast uit de broodrooster terwijl ik mijn bevroren mango aan het mixen was met kurkuma, gember, én een pinch chilivlokken en zout (tip!). Om 11 uur was het eindelijk zo ver: ik kon beginnen met mijn dag.
Later op de middag, als de honger op de deur klopte, schuifelde ik naar het aanrecht voor mijn tweede, en veelal laatste maaltijd van de dag: een schaamteloos grote lunch. Dat vond ik de charme van IF, de rust in de avond. Want na zo’n lunch zat ik zo vol dat ik alleen om 18:00 nog een kleine snack in mijn mond stopte. Dadels met noten, fruit, dat soort dingen. Ik besloot alleen nog wijn te drinken in het weekend waardoor het doordeweek na 19:00 steeds kalmer werd in mijn hoofd. Geen hunkering om een heel rolletje leeg te vreten, geen nachtelijke eetfantasiën, en of ik op maandag toch niet gewoon een fles mocht ontkurken want er is altijd wel iets te vieren.
Werd ik bang van het vooruitzicht op een hongerige en dus slapeloze nacht, dan dronk ik in het schemerduister een beker warme melk met kurkuma, nootmuskaat, kaneel en kardemom (moon milk). Een omhelzing van je binnenste welste. En zo, na een weekje wennen, vielen de voedselloze avonden me prima in de smaak. IF zou een blijver kunnen zijn.
Waarom dan toch gestopt?
Waarom dan toch gestopt? Cycli is het antwoord. Mijn lichaam heeft andere behoeften in bepaalde delen van mijn eigen cyclus. Dan wil ik het niks onthouden, maar juist voorzien van extra liefde en energie. En dat lukte maar niet in combinatie met IF. Daarnaast werden die ochtenden me te lang. Ontbijt is het startsein van de dag, en 11:00 is niet bepaald vroeg. Wat ik nu doe is direct bewegen of wandelen na het opstaan zodat ik een sterkere connectie heb met mijn lichaam en weet met wat voor honger ik de dag begin: is het een emotionele behoefte, fysieke energie die ik verlang of een andere leegte of rusteloosheid die ik probeer op te vullen? Soms kan ik het antwoord niet geven, en dat is oke.
Lunch is nog steeds mijn grootste maaltijd van de dag. Als ik het voor het zeggen heb, want dat is het andere probleem met IF: je loopt tegen de cycli aan van de vrienden en geliefden om je heen. Niet iedereen heeft de luxe om voor 19:00 een warme maaltijd te eten. Wil je toch samen tafelen, want het gezelligste op aarde, dan moet je schipperen. Ontbijten? Idem. Mijn vriend wordt wakker en wil direct een kom yoghurt terwijl ik liever langer de tijd neem. Nu heb ik dat opgelost door mijn ontbijt in tweeën te delen: er is de smoothie met proteïne (hennepzaadjes) incl specerijen om mijn spijsverteringvuur aan te wakkeren (kaneel, kardemom, gember), die ik met hem eet en er is mijn gekoesterde toast en koffie combo die ik in mijn eentje in mijn atelier oppeuzel. Dat werkt perfect.
Twee eet-cycli vervlechten blijft een uitdaging. Ik eet nog steeds 3x per week een warme lunch en niks meer in de avond. Die avonden werk ik automatisch langer door, eenmaal thuis heeft mijn vriend zelf al gekookt en gegeten. En op de andere dagen maken we er juist een feest van. Dan lunch ik met soep, een kleine salade of iets met brood en ei en koken we er ’s avonds op los.
Hoewel ik niet meer dagelijks vast, is IF een van de interessantste non-diets die ik heb geprobeerd. Ik leerde meer over de betekenis van mijn honger, en vooral de angst. Er was meer rust en minder moeten –wat tegenstrijdig voelt als je jezelf het vasten oplegt. Koken, zo ondervond ik, was vooral een manier om mezelf te aarden als ik me gestrest voelde. Niet zozeer om mijn lichaam te voeden. Meer een ritmische mantra gevuld met schil en snij geluiden. Toen ik ’s avonds ‘vrij’ was van koken, en niet meer achter het fornuis hoefde te staan, moest ik noodgedwongen op zoek naar andere manieren om mezelf te bedaren. Ik timmerde aan een mentale ontspannings-toolbox waar ik nog steeds de vruchten van pluk. In plaats van eindeloos roeren in een risotto voor rust, kan ik nu ook aarden door direct uit werk te douchen, boekjes voor te lezen, nog vaker te wandelen, en zelfs minuten lang op mijn hoofd te staan. Daar was kennelijk een periode van IF voor nodig.